PCVD is een multifactorieel ziektecomplex, verantwoordelijk voor het zogenaamde “wasting syndroom” of “wegkwijnziekte”. Het gaat gepaard met sterfte bij biggen vanaf 6 weken leeftijd. De kliniek werd voor het eerst beschreven in het westen van Canada in 1991. Het syndroom is ondertussen uitgegroeid tot een ernstig probleem en een grote zorg in de moderne varkenshouderij in Canada, de Verenigde Staten en Europa.
Binnen het geassocieerd ziektesyndroom speelt het Porcien circovirus type 2 (PCV2) een hoofdrol naast managementfactoren en andere ziektekiemen.
Etiologie
Porcien circovirus type 2 (PCV2) wordt geassocieerd met het wegkwijnsyndroom. Het virus is klein, resistent en bevat een ringvormig enkelstrengig DNA.
Twee serotypes werden geïsoleerd:
Er zijn meerdere verschillende stammen (biotypes en genotypes) beschreven.
Pasgeboren biggen die geen colostrum kunnen opnemen en met het PCV2 worden besmet, ontwikkelen typische wegkwijnletsels. In aanwezigheid van andere virussen zoals het Porcien parvovirus (PPV) of het porcien reproductief en respiratoir syndroom virus (PRRSV) hebben met PCV2 besmette biggen een grotere kans om typische letsels te ontwikkelen.
Uit bloedanalyses in Europa en Noord-Amerika is gebleken dat PCV2 wijdverspreid is in de varkenspopulatie maar dat tegelijk slechts een klein deel van de seropositieve varkensbedrijven een historiek hebben van klinische uitbraken. Het is niet bekend waarom sommige besmettingen klinisch verlopen en andere subklinisch.
Omgevingsfactoren zoals tocht, overbezetting, slechte luchtkwaliteit, menging van verschillende leeftijdscategorieën of andere stressfactoren verergeren de klinische symptomen.
Klinische symptomen
Het PCV2-geassocieerd ziektecomplex is een ziekte die traag maar zeker voortschrijdt met een hoge sterftegraad bij besmette varkens. Vooral gespeende biggen zijn er gevoelig voor.
Kliniek wordt meestal gezien vanaf 6 tot 8 weken leeftijd:
Biggen besmet met PCV2
De sterfte na het spenen kan oplopen tot 6 à 10% maar soms zelfs hoger. De mortaliteit bereikt een hoogtepunt bij besmette biggen rond de leeftijd van 9 weken.
Klinische gevallen kunnen blijven voorkomen in een populatie gedurende vele maanden. Gewoonlijk bereiken ze een piek na 6 à 12 maanden en nemen dan geleidelijk af.
Diagnose
De meeste varkensbedrijven zijn serologisch positief voor PCV2. Hierdoor is de diagnostische waarde van serologie erg klein. Het klinische syndroom (motoriek, bleekheid, ademnood, geelzucht, diarree en sterfte) wijzen in de richting van PCVD maar bevestiging ervan kan alleen op basis van pathologische bevindingen en het aantonen van het virus in de weefsels. Post mortem bevindingen geven vaak de noodzakelijke bevestiging.
Macroscopische laesies
Een nier met oedeem en zichtbare witte stippen op het snijvlak
Bloedingen in het slijmvlies van de maag
Microscopische laesies
De diagnose kan worden bevestigd door de aanwezigheid van PCV2 in histologische letsels in de aangetaste organen. Immunohistochemie wordt gebruikt om PCV2 in weefsels aan te tonen. Als PCV2 kan worden aangetoond, zijn de letsels microscopisch erg karakteristiek en de diagnose specifiek.
Behandeling
Behalve ondersteunende behandelingen, de juiste zorgen en antibiotica voor de controle van bacteriële infecties is er geen speciale behandeling voor het PCVD geassocieerde ziektesyndroom. Met speciale verzorging voor de zieke dieren bestaat de kans dat ze er door komen. Deze aanpak is niet mogelijk op grote schaal en aanhoudende hoge mortaliteit gedurende een langere periode is een normaal verschijnsel.
Circovirusinfectie
Subperitoneale bloeding
PCVD is ondertussen uitgegroeid tot een ernstig probleem en een grote zorg in de moderne varkenshouderij in Canada, de Verenigde Staten en Europa.